Word een expert in jouw vakgebied door… niet te oefenen?

"Oefenen is een gebrek aan talent"

- 9 jarig teamgenootje van de plaatselijke voetbalvereniging

Een door hem veel gebruikte uitspraak die hij gebruikte wanneer hij geen zin had om te trainen… en dat had hij nooit. Het rare is dat hij verreweg de beste speler was van het team.

Op zijn minst opmerkelijk te noemen. Het is dan ook een uitspraak die altijd is bijgebleven. Zijn expertise en ‘gebrek’ aan oefening suggereerde dat zelfs wanneer je veel oefent, je niet beter kunt worden dan iemand die getalenteerd is.

Wetenschappelijk onderzoek in de jaren negentig ontkrachtte dit echter. De Zweedse psycholoog Ericsson vond samen met zijn collega’s namelijk dat oefening bepalender was dan talent voor het worden van een expert.

10.000 uur oefenen

Een populair boek (Outliers) dat werd geschreven op basis van het bovenstaande onderzoek ondersteunde de conclusie en daarop introduceerde de schrijver de 10.000 uren regel. Wanneer je iets voor 10.000 uur beoefent, zou je een expert moeten zijn.

Een grootmeester in sport, het bespelen van een instrument of het uitoefenen van een bepaalde functie. Het maakt niet uit wat. Kies ergens voor en word een expert! Het is een aanzienlijke investering qua tijd, maar goed haalbaar tijdens een mensenleven. Ongeveer tien jaar lang drie uur per dag oefenen en je bent er.

Maar is dat wel zo? Kun je zomaar een expert worden door 10.000 uur te oefenen?

We kunnen de vraag ook anders stellen: zou jij tien jaar lang ongeveer drie uur per dag oefenen om een professioneel golfer te worden die miljoenen per jaar verdient?

Een groot aantal mensen zal nu waarschijnlijk geneigd zijn ja te zeggen (tenzij je een ontzettende hekel hebt aan golf), maar waarom doen we het dan niet?

Los van de financiële middelen of de tijd die je misschien niet hebt, is er iets anders dat ons tegenhoudt. Stiekem weet iedereen van zichzelf dat we het toch niet zover gaan schoppen als de beste golfers van de wereld.

Maar waarom is dat zo?

Oefening baart kunst, maar geen perfectie

In recent onderzoek hebben wetenschappers alle onderzoeken omtrent doelbewust oefenen op een rij gezet en geanalyseerd. Zij concluderen dat oefenen slechts voor een klein deel verantwoordelijk is voor de individuele verschillen in prestaties.

Oefening verklaart 26% van het verschil in prestaties bij het spelen van spelletjes. Voor het bespelen van een instrument is dit 21%, voor sportprestaties 18%, voor educatie 4% en voor beroepsuitvoering 1%.

Oefenen is dus wel belangrijk, maar het heeft niet het omvangrijke effect dat altijd werd gedacht. Het is duidelijk dat sommige mensen een buitengewoon hoog niveau halen zonder veel te oefenen, terwijl anderen die wel veel oefenen niet eens in de buurt van dat niveau komen.

De grote vraag is nu: waar wordt dit verschil in prestaties dan wel door veroorzaakt?

Ruimte voor speculatie

In het onderzoek wordt geconcludeerd dat oefenen slechts een klein deel van de individuele verschillen in prestaties bepaalt, maar er wordt geen antwoord gegeven op de vraag welke factoren dan wél van invloed zijn.

Het is voor de hand liggend om te veronderstellen dat wanneer oefenen niet zo belangrijk is, dat aangeboren capaciteiten dat wel zijn.

Er zijn echter veel meer factoren die mee kunnen spelen. Denk bijvoorbeeld aan de leeftijd waarop iemand begint met beoefenen van een sport of de mate waarin iemand intrinsiek gemotiveerd is. De mate van plezier waarmee je iets doet heeft een grote invloed op het resultaat. Iets écht willen doen of betaald worden om iets te doen. Daartussen zit nogal een verschil.

Hoewel er nog veel toekomstig onderzoek nodig is om exact te bepalen waardoor individuele verschillen in prestaties worden veroorzaakt, zijn wij van mening dat iedereen zijn eigen talent heeft en dat dit voor een groot deel bepaalt of je ergens goed in bent en misschien belangrijker nog, waar je plezier in hebt.

Word een expert door… iets met je talent te doen!

Veel mensen laten zich leiden door de vraag vanuit de arbeidsmarkt, het aanbod van opleidingen en/of de mening van anderen. Je kiest iets uit en gaat vervolgens oefenen om er goed in te worden.

Maar wanneer je een expert wilt worden, moet je naar jezelf luisteren. Ontdek wat je talent is om het vervolgens verder te ontwikkelen. Ergens goed in zijn is namelijk relatief. Je kunt niet uitzonderlijk goed in iets zijn als iedereen dat is. Door iets met je talent te doen, heb je een unieke voorsprong op anderen.

De tweede en meest belangrijke reden om iets met je talent te doen is dat het benutten ervan in verband staat met intrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie vormt op zijn beurt een onuitputtelijke bron van energie. Iemand die zijn talent benut, intrinsiek gemotiveerd is en met passie werkt, zal altijd gedreven zijn om zichzelf te blijven ontwikkelen, op de hoogte te blijven van trends en bereid zijn de volle 100% te geven.

De bekende uitspraak ‘Als je doet wat je leuk vindt, hoef je nooit te werken’  komt in deze context volledig tot zijn recht.

En laten we eerlijk zijn, wie wil dat nou niet?

Stelling: talent is verantwoordelijk voor het verschil in individuele prestaties op topniveau.

Eens of oneens? Laat het ons weten in een reactie!